Willem Vermandere Willem Vermandere - Den hemel

God hè je nog altijd uw langen baard
Zij je nog op uwen troon gezeten
Met duizenden engeltjes rond u geschaard
Uw patriarchen en uw stokoude profeten.
Waar is dat gelegen uw hemelrijk
Waar tussen de verste planeten
Hoe kan ik u vinden als ik hier bezwijk
'k zou de weg daar naartoe willen weten.
Ik ben nie gehaast welwel verre van daar
Ik moet hier nog zovele regleren
Maar 't gebeurt da'k een paar keer per jaar
Op uwen hemel zit te fantaseren.
Hoe is dat daar binnen modern of antiek
Of alleene maar banken om te knielen
De muren heel hoge en de ramen gotiek
Volle zalen vol zingende zielen.
Zijn er daar keukens voor spijs en drank
Staat er daar altijd rijstpap te koken
En als dat zo is zeg ik God zij dank
En een sigaretje meugen we dat daar roken?
Uw schoon paleis hoe groot is dat wel
Zijn er daar parken met eikebomen
En groene velden voor sport en spel
Of zit iedereen daar maar suf te dromen.
Vind ik daar grootvader weer in zijn stoel
En zit grootmoeder daar sokken te breien
En nonkels en tantes nen heleboel
En 't jonk volk God mag dat daar vrijen?
Word je daar nie kreupel, word je daar nooit ziek
Nooit geen kwalen om over te klagen
Nooit nie neerslachtig nooit melancholiek
Eeuwenlange eentonige dagen.
Ach Here mijn vrees en mijn twijfel zijn groot
Over uwen schonen hemel daarboven
In u grote meester van leven en dood
Zou 'k zo geiren nog simpel geloven.
In u God met uw lange witten baard
Deur wolken van wierook omgeven
Met engelen en heiligen rond u geschaard
Laat mij liefst van al nog wat leven.